Openluchttheater wil blijven verrassen
De acteurs van het Openluchttheater repeteren Kat op een heet zinken dak. Vrijdag speelt de spelgroep de voorstelling voor het eerst voor publiek.
OOSTERHOUT – De laatste jaren overdonderde de spelgroep van het Oosterhoutse Openluchttheater haar publiek graag met grote decors – met ‘een beetje spektakel’, zoals acteur en bestuurslid Jan Trapman het zegt.
Dit jaar gooit de theatergroep het over een andere boeg. Vrijdag speelt het Openluchttheater voor de eerste keer haar voorstelling Kat op een heet zinken dak. “Een meer tekstueel stuk”, zegt Trapman. “De impact moet nu minder uit het decor komen en meer uit het spel en de teksten.”
Zo’n breuk met de verwachtingen die de afgelopen jaren zijn opgebouwd past bij het Openluchttheater, vindt Jolanda Haagh (actrice en bestuurslid). De spelgroep wil vooral verrassend blijven. “We verkennen steeds andere mogelijkheden van deze locatie. In het verleden hebben we al eens een deel van een stuk op de tribune gespeeld. Of in het ‘foyergedeelte’. We blijven zoeken naar manieren om het Openluchttheater op originele manieren te benutten. Dat blijft ons verrassen en hopelijk ook het publiek.”
Dit jaar speelt het Openluchttheater Kat op een heet zinken dak van Tennessee Williams. Een stuk dat zich heel natuurlijk in de groene, open omgeving van het Openluchttheater voegt, vindt regisseur Gijs Kimenai. “Meer dan andere jaren hebben we onze locatie als uitgangspunt genomen voor de voorstelling. We laten het Openluchttheater in al zijn naaktheid en kaalheid zien: we spelen vanuit de locatie, niet vanuit een decor.”
Die keuze vloeit volgens Kimenai voort uit het stuk dat dit jaar is gekozen. “Kat op een heet zinken dak speelt zich af op een enorme plantage in de Verenigde Staten. Dat hoofdpersoon Big Daddy al die ruimte een leven lang om zich heen heeft gehad, speelt een belangrijke rol in het stuk. Dus moet je zorgen dat de locatie waar je speelt ook ruim aanvoelt. Dat kan hier, dat krijgen we cadeau. Het Openluchttheater is ruim aangelegd, je kunt als publiek ver naar achteren kijken. Dat kan niet meer als je het volbouwt met grote decorstukken.”